fbpx

FAQ

Voor wiskunde en taal werken wij niet met kant en klare methodes, maar met duidelijke visies die onze richtlijnen zijn bij het uitbouwen van ons reken- en taalonderwijs. Voor taal werken wij met de ‘Alfabetcode’, geschreven door Erik Moonen. Voor wiskunde werken wij met Aerts & Deckers. Beide visies wijken af van de gangbare methodes in de meeste scholen. Er zijn ook geen kant- en klare werkboeken voor. Wij maken dus de meeste materialen zelf.
Exit Dyslexie
Exit Dyslexie
Wij kiezen voor de Alfabetcode omdat het, net zoals Aerts en Deckers, vanuit een alternatieve denkwijze een stevig fundament biedt voor het taalonderricht van onze kinderen. In de kleuterklas zetten wij hard in op de oefening van het foneembewustzijn en op het grafisch bewustzijn. In het eerste leerjaar zijn onze kinderen dan klaar voor het echte lees- en schrijfonderricht. De Alfabetcode vertrekt vanuit schrijven in plaats vanuit lezen. De filosofie is: “Wat ik kan schrijven, kan ik ook lezen.’ Drukletters komen bij ons pas aan bod als de meeste schrijfletters goed geautomatiseerd zijn. Dit is ongeveer in januari. Wij ervaren dat dit zeker een steun is voor heel wat kinderen. In de hogere klassen worden er zo weinig mogelijk spellingsregels aangeboden. De Alfabetcode gaat zoveel mogelijk uit van de regel “Ik schrijf wat ik hoor.” Daarom werken wij vooral met codeerpatronen in plaats van met de klassieke spellingsregels. Vb. ik hoor “ikke, ekke, akke, okke, ukke”, dan schrijf ik dat altijd zo.
Aerts & Deckers Ervaring leert ons dat werken volgens de visie van Aerts en Deckers een stevig fundament biedt. Dit start bij stevige rekenvoorwaarden waar wij vanaf de kleuterschool sterk concreet op inzetten. In het eerste leerjaar behandelen wij de bewerkingen tot 9, omdat dit de 1-cijferige getallen zijn. Daarnaast bieden wij in het eerste leerjaar nog de splitsingen van tien en de getallenkennis (lezen, schrijven en ordenen) tot 99 aan. In het tweede leerjaar starten wij dan met de bewerkingen tot 99. Oefeningen tot 20 behoren hier ook toe, dus die behandelen wij niet apart. Het systeem om tot een oplossing te komen is immers hetzelfde. Als alle bewerkingen tot 99 gekend zijn en wij klaar zijn om vlot herhaald op te tellen, komen de tafels aan bod. Dat is ongeveer in januari. Wij werken hierbij niet op tijd, maar blijven gewoon rustig oefenen tot het vlot gaat.
Onze klassen werken met vaste uurroosters, zodat er duidelijkheid is voor iedereen. Reflectieronde, instructie taal, wiskunde, Planwerk, L.O, yoga, … Dit wil echter niet zeggen dat ieder moment voor een kind bepaald wordt. Zo loopt het planwerk als een rode draad doorheen de dag. De kinderen kunnen dan zelf kiezen met welke leerstof zij aan de slag gaan. In de hoeken liggen verschillende taakjes klaar uit verschillende domeinen (wiskunde, taal, W.O., Muzische Vorming, …) waar zij uit kunnen kiezen. Taken niet maken, is geen optie, tenzij het een vrijblijvende opdracht is. Wannéér ze echter gemaakt worden, mogen de kinderen zelf kiezen binnen een bepaalde termijn. Samen met ons leren zij hoe ze dit werk kunnen plannen. Wat zeker ook vastligt zijn de instructiemomenten van de leerkrachten. Dit gebeurt meestal in kleine groepjes. Wekelijks is er ook een ontdekdag. We trekken dan naar buiten met de kinderen, indien het weer het enigszins toelaat. Dit kan gaan om een een natuurwandeling, een wiskundewandeling, een plaatselijk bezoek aan een onderneming, … Huiswerk komt bij ons pas aan bod vanaf het 4de leerjaar. Op deze leeftijd kunnen we hen leren om dit te plannen en zelfstandig te maken, zodat ze na het 6de leerjaar klaar zijn om dit in het middelbaar gericht aan te pakken.
Op het einde van het 6de leerjaar is het wettelijk verplicht om toetsen af te nemen. Ook wij zullen dit dus doen. Op dit ogenblik zijn hiervoor toetsen beschikbaar bij de overheid of je kiest voor die van de methodes, maar er is ook sprake van een soort ‘staatsexamen’ in de nabije toekomst. Dan krijgen alle scholen in Vlaanderen dezelfde toetsen in het 6de leerjaar.